De arrogantie van de macht der gewoonte

Gisteravond, tijdens het afsluitende verkiezingsdebat, begonnen de inleidende beschietingen voor de campagne op weg naar 9 juni. Aan tafel zaten lijsttrekkers van zes landelijke partijen. Geert Wilders had besloten in Almere te blijven en de lokale partijen waren niet uitgenodigd. En daar wringt de schoen – want zij zijn de absolute en relatieve winnaars van de gemeenteraadsverkiezingen.

Ze willen het zelf niet – debatteren over wie de grootste gaat worden op 9 juni. Maar de PvdA en het CDA ontkomen er niet aan. Na de val van het kabinet en de val van beide partijen in de uitslagen gisteravond, domineert de wankele machtsverhoudingen tussen beide de analyses en commentaren. Met de winst van de VVD, heet het, geeft het electoraat blijk van een hopeloze versplintering. De PvdA (1174), CDA (1436) en VVD (1311) houden elkaar in een destabiliserend evenwicht. Op deze manier, concludeerde Femke Halsema, is het land wel heel moeilijk bestuurbaar.

Die analyse vond gretig aftrek. Want nu MOET het de komende campagne wel ergens over gaan. Dat betekent dus nieuws. En over ‘ iets’  ging deze campagne toch ook? De val van het kabinet zou de politieke agenda van lokale kiezers hebben bepaald. En gelukkig maar – zo mogen we ook de uitkomst interpreteren. Kranten lezen in die lokale uitkomsten vooral landelijke trends. Volgens de papieren Volkskrant krabbelden de sociaal-democraten al weer aardig op na de breuk. Grootste verliezers waren in hun ogen Kant en Balkenende. Grootste winnaars: PVV en D66. NRC Next voegde daar de VVD aan toe en volgens Trouw waren nu drie partijen bijna even groot.We mogen ons opmaken voor een hevige campagne om een tot op het bot verdeeld electoraat.

En iedereen vergat de keus van ruim een kwart van het electoraat.

Was Wilders nog uitgenodigd voor het debat in Den Haag maar verkoos hij de warme schoot van zijn feestende aanhang, de lokale partijen waren op geen enkele manier deelgenoot van het klassieke gebler onder leiding van een uitgebluste Witteman. De NOS heeft er na al die jaren, want de trend van een groeiend lokaal belang is niet van vandaag of gisteren, nog geen oplossing voor gevonden. De arrogantie van de macht der gewoonte wil ik het noemen. Want die lokale partijen zijn wel goed voor 2483 zetels. Dat is (bijna) twee keer zo groot als PvdA, CDA en VVD.

Niet het feit dat de drie partijen evenveel stemmen hebben, duidt de versplintering van het electoraat. De lage opkomst en het groeiende succes van de lokalen duidt dat. Een grote groep mensen wil lokaal niet stemmen en als ze dat doen, is de kans groot dat ze een lokale partij prefereren boven een landelijke partij. De vraag rijst wat deze kiezers op 9 juni gaan doen. Blijven de thuisblijvers van nu dan weer thuis? En als ze dan gaan stemmen, op welke partij dan? Wat verklaart die groeiende populariteit van lokale partijen? Wijst dat inderdaad op versplintering waar ik gemakshalve maar even vanuit ga) of op een politiek geografisch besef. Het besef dat lokaal anders is dan landelijk en dus ook een andere stem vraagt? En waarom stemmen mensen niet lokaal, maar wel landelijk? Roept u maar!  Want ik weet het even niet meer en aan de landelijke (ochtend)kranten heb ik tot nu toe geen snars gehad. Die vergeten ruim 2400 zetels in hun analyses mee te nemen. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.