Geen idee, geen leidraad, maar drie poppetjes op een podium

De vraag is nu waarom het CDA haar lijsttrekkersdebat een debat heeft genoemd. Want van debat was geen sprake. Hugo de Jonge, Mona Keizer en Pieter Omtzigt hebben alledrie een presentatie mogen geven, maar vlogen elkaar geen moment in de haren.

Discours heeft vaak een doel. Zo zijn er krantenartikelen die informeren, handleidingen die instrueren en romans om te verstrooien. Het doel van een debat is lastiger vast te stellen. Gaat het om tegenstellingen duidelijk te krijgen? Of om die juist op te lossen? Doel kan zijn om publiek te overtuigen van argumenten. Een strategie kan zijn om de eigen geloofwaardigheid op te poetsen en die van de tegenstander juist aan te vallen. Een debat is een gesublimeerde strijd in woorden waarbij (ernstige) gewonden kunnen vallen zonder dat er daadwerkelijk bloed vloeit.

De vraag is nu waarom het CDA haar lijsttrekkersdebat een debat heeft genoemd. Want van debat was geen sprake. Hugo de Jonge, Mona Keizer en Pieter Omtzigt hebben alledrie een presentatie mogen geven, maar vlogen elkaar geen moment in de haren. Er was geen strijd, tussen de presentaties waren niet eens verschillen. Iedereen stak zijn eigen verhaal af: Hugo over de zorg, Mona over de economie en Pieter over veiligheid en justitie. De vraag rijst nu wat voor partij het wordt als een van de drie de verkiezingen gaat winnen: een zorg-, werk- of veiligheidspartij?

Ik heb nooit zoveel met politieke commentaren die de inhoud missen. Daarin kunnen zijzelf een soms dwingende rol spelen door vragen op te werpen die om verantwoording vragen. Logisch ook dat een commentator graag inhoud heeft, het ontslaat hem of haar om vooral ook zelf na te denken of oog te houden op kleinere, beter verborgen aspecten van het politieke leven. Journalisten die de thema’s kunnen opscheppen, hebben een prettig bestaan. (Daarom zijn campagnes altijd prettige, journalistieke perioden.) Zo bezien was de strijd tussen Asscher en Samsom (2016) bij de PvdA een genot voor elke stukjesschrijver. De kolommen vulden zichzelf.

Maar je kan ook doorschieten naar de andere kant. En dat gebeurt nu bij het CDA. Lex Oomkes, ex-commentator van ‘huisblad’ Trouw, sneerde in zijn afscheidscolumn, terecht

“Nu stel je je kandidaat om het CDA te gaan leiden met niet meer dan de opmerking dat de regio er toe doet, of dat het parlement serieuzer te werk moet gaan. Als je een veelomvattend idee als leidraad presenteert ben je saai en dus kansloos (Oomkes, 2020).”

Geen debat dus, geen uitwisseling van ideeën en argumenten, maar een strak geregisseerd pseudo-event. Kandidaten wilden zelf geen onderling treffen. De partij was waarschijnlijk al lang blij dat de messen op zak bleven. Beredeneerd vanuit een strategie om electorale averij te voorkomen nog voordat de echte campagne begint, klinkt dat ook logisch. Beredeneert vanuit de interne partijdemocratie, waar het CDA nu toch voor staat, niet. Er valt wat te kiezen, maar de vraag is nu voor wie, maar niet waarvoor? De partij haalt met de serie presentaties de ziel uit het debat, een keus voor Hugo, Mona of Pieter is dat, en niet meer dan dat: een keus voor Hugo, Mona of Pieter.

Politiek bij het CDA zijn drie poppetjes op een podium, die, politiek als beroep, zich tot de stembusgang weten in te houden. Gedisciplineerd, overdekt door een mantel der liefde, zonder idee als leidraad, zonder risico. Het lijkt mij een formidabele taak om een keus te maken tussen … Ja, tussen wat, … eeeh, wie eigenlijk? <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.