De “dit-is-wat-we-nu-weten”-opsomming — een nieuw genre?

Tussen een analyse en een live blog, dat laatste format vooral om de dynamiek van een zich snel veranderende situatie te kunnen verslaan, lijkt zich een nieuw genre te nestelen: het ‘dit-is-wat-we-weten’-opsomming. Lastig, om aan zoiets nieuws al direct een dekkende naam te geven. Een aantal kenmerken kunnen we al wel geven. Ik ben het format tot nu toe alleen tegengekomen bij de NOS. Hier is een voorbeeld naar aanleiding van de vreselijke gebeurtenissen in het al-Ahli Baptist Hospital in Gaza Stad (zie ook onder aan dit bericht). Drie vragen staan in het artikel centraal en worden gesteld om het complex aan feiten te kunnen vertellen →

Wat is er gebeurd?

Deze vraag wordt in vier korte bullets beantwoord, in gemiddeld 2,6 zinnen per bullet. Dat is niet veel. Er zijn drie bronnen: een woordvoerder van het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid die melding maakt van het aantal doden, en later in de nacht ook de omstandigheden van de slachtoffers en artsen schetst. Onduidelijk of dit dezelfde bron is. Verder wordt geput uit ‘geverifieerde’ beelden over de gevolgen van de explosie in het ziekenhuis. We kunnen die beelden ook zien, ze zijn embed.

Wie zitten erachter?

Deze tweede vraag wordt in twee bullets (gemiddelde lengte: 3,5 zinnen) beantwoord. De bronnen zijn divers: de Palestijnse gezondheidsautoriteiten, het Israëlische leger; en de Islamitische Jihad (die weerwoord krijgen via Reuters op de beschuldiging van het Israëlische leger dat een raket van hen zou zijn neergekomen op het ziekenhuis) — vier bronnen dus. Er staat bij deze bullet ook een kaart en een citaat van de correspondent van de NOS in Israël, Nasrah Habiballah. Zij legt in een kader in tien zinnen uit (full quote — dus alles wat zij zegt staat tussen een aanhalingsteken openen en een sluiten) wie 1) schuldig is aan deze aanslag, en put daarbij uit verschillende bronnen: Israel, Human Right Watch; en 2) wat de consequenties zijn van deze aanslag voor het bezoek van Biden aan Israel en de Palestijnen.

Hoe is er internationaal gereageerd?

Vijf bullets verzamelen de internationale reacties op wat er is gebeurd in gemiddeld 3,4 zinnen per bullet. De eerste bullet rept over protesten, maar zonder bronvermelding, net als de veroordeling van wat er is gebeurd geen bronvermelding heeft (geen persbureau of ministerie). Palestijnse president Abbas wordt gequoot — NOS gebruikte hier partiële of scarry quotes voor (slechts een deel van wat is gezegd wordt aangehaald). Deze scarry quotes gaan over Israel die “geen limieten” kent en een “afschuwelijke oorlogsmisdaad” heeft begaan. Ook Biden krijgt een scary quote als wordt opgetekend dat hij “woedend en diep bedroefd” is. Het bericht eindigt met een video: Protesten in Den Haag en Rotterdam.

De ‘dit-is-wat-we-nu-weten’ lijkt zich, zoals gezegd, te nestelen tussen de gierende actualiteit en de altijd tragere analyse. Het neigt naar actualiteit door de nadruk op NU en op analyses door de nadruk op WETEN.Dat weten is nog altijd tijdelijk (hoe lang weet je dat iets tijdelijke kennis is? En: hoe bepaal je dat die kennis haar langste tijd heeft gehad?) De bullets zijn kort, dus voor het publiek dat ‘nu even wil weten wat de stand van zaken is’, zou het ideaal in het media-dieet kunnen passen. Met gemiddeld ruim 3,5 bullets per vraag en gemiddeld 3 zinnen per bullet is het een hapklare presentaie van de stand van zaken.Twee vragen ploppen meteen bij mij op: wie is de ‘we’ in ‘dit-is-wat-we-nu-weten’? En: wat is de status van deze (tijdelijke — want ‘nu’) kennis? Is dit kennis van de redactie waartegen ze andere berichten (die nog binnen moeten komen) afzetten? Is dit de kennis die we uit het live blog hebben gefilterd, aangevuld met bronnen die we (niet) eerder hebben gebruikt? En: is wat we NU weten zekerder dan wat we zojuist ook al wisten en straks nog steeds weten? Voorlopig een laatste: hoe lang is NU? Ik lees NU (21.10) een bericht van woensdag 18.10: er is in de kop niets aangepast.Kortom: de vorm roept nog een paar prangende vragen op. Ik zou erg graag willen weten hoe op deze berichten wordt gereageerd en wat publiek vindt van deze ‘service’? Of, nog interessanter, zien zij een ander doel dan de opstellers ervan? Fascinerend. <