Amerikaans Ministerie van Justitie verzamelde (legaal) gegevens journalisten AP

Zodra je met een Amerikaanse telefoon belt, neem je du moment dat je een nummer drukt of draait afscheid van je privacy. Telefoonmaatschappijen mogen gegevens van hun klanten dan ook gewoon delen met derden – lees: diezelfde Amerikaanse overheid. Als u dacht dat de Amerikaanse overheid daarvoor de nodige papieren moet kunnen overleggen, heeft het mis. Of, in de ogen van rechter Harry Blackburn in 1979: ‘We doubt that people in general entertain any actual expectation of privacy in the numbers they dial.’ Sterker – die nummers staan gewoon op hun rekening.

Dat was toen, nu is nu.

De telefoongegevens van tegenwoordig bevatten veel meer dan alleen de gespreksduur met een ander nummer. Wie, wat en vooral waar zijn allemaal forensische gegevens in mobiele telefoons waar politie, justitie en inlichtingsdiensten handig gebruik van weten te maken. Allemaal niet sexy? Ook niet  als het gaat om een verijdelde bomaanslag, gepland in Amerika, door al-Qaida-aanhangers in Yemen? Nee? Ook niet als Amerikaanse journalisten er een verhaal over schrijven? En het opsporingsapparaat ‘aanhaakt’ en ‘inlogt’ in ruim 100 telefoons van evenzovele journalisten? Dan wel.

Want een ruling uit 1979 is zover opgerekt, voorbij de letter, geest en in de verste verte de bedoeling van de wet, dat al wordt gesproken over Nixonian handelen. Zo schrijft Ezra Klein (Washington Post) dat deze opgerekte uitspraak van het Hooggerechtshof ‘suggests that the users of cloud e-mail providers don’t even enjoy Fourth Amendment protections in the contents of their messages, since those have been voluntarily shared with third parties such as Google and Microsoft.’ Ook als je in Nederland de gegevens intypt. Zodra ze op een Amerikaanse server terechtkomen of een server van een Amerikaans bedrijf, mag de Amerikaanse overheid naar hartelust grasduinen in jouw gegevens. Of het u persoonlijk raakt of niet, het is een politieke affaire in een rij van velen.

Er liggen toch flink wat dossiers te rotten – en ook geen misselijke. Benghazi (de aanval op de Amerikaanse ambassade in Libië op 11 september 2012) en het daarop volgende onderzoek door het Congres; de aanvallen met drones (en de (on)constitutionele facetten van deze acties-op-afstand); ondanks het momentuk de mislukte poging om wapenbezit te reguleren en, belangrijker, de houdgreep waarin Democraten en Republikeinen zich houden zonder een fatsoenlijke begroting op te kunnen stellen. Een indrukwekkende lijst voor iedere president en deze ontkent overigens in alle toonaarden betrokkenheid bij het telefoon-schandaal. Want het idee om journalisten af te luisteren, zegt het Witte Huis, komt uit de koker van Justitie. Geen betrokkenheid van het Witte Huis – waar hoorden we dat eerder? <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.