Achter de journalistieke firewall

Twee studenten, één onderwerp, twee benaderingen, twee scripties en een hoop lol. Hoop ik. Vandaag startte de begeleiding van twee studenten van de master Journalistiek en Nieuwe Media. Ze gaan onderzoek doen naar de relatie tussen  politiek redacteuren/journalisten en hun bronnen op en rond het Binnenhof. Die eerste contacten (of beter: de kwaliteit van de relatie) bepaalt mijn inziens in hoge mate het al dan niet uitbreken van een schandaal of affaire. Nu is dat nog een hypothese, beide studenten gaan toetsen op houdbaarheid. En daarvoor onderzoeken ze de eerste drempel die al het nieuws moet nemen: de drempel van informatie of gerucht naar naar krant, tijdschrift, radio, televisie of internet. Van bron naar burelen, zogezegd.

Met andere woorden, beide heren gaan achter de journalistieke firewall gluren. Ze nemen een kijkje in het domein dat normaliter voor buitenstaanders is afgesloten. Het domein waartoe alleen intimi – zij dus – en niemand anders toegang hebben. Het is een van de kwaliteiten waarop journalisten zich beroepen en waarmee ze zichzelf beschermen tegen buitenstaanders; bronnen prijsgeven ontmaakt je zelfs journalist. Hoewel de titel niet beschermd is en iedereen het predicaat mag dragen, is het uit de school klappen over bronnen reden om iemand nooit meer ‘journalist’ te noemen. Na onthullen van bronnen volgt excommunicatie. In sociologische termen: boundary work: voortdurend bevestigen wie wel en wie zich geen ‘journalist’ mag noemen.

En in dat semi-publieke (of semi-private, zo u wilt) domein gaan deze twee onderzoekers wroeten. Ze zoeken naar mechanismen, tactieken, transacties, vorm en functie van afspraken, beloftes en overtredingen daarvan. Ze brengen in kaart hoe de schimmenwereld van het voor-nieuws er dan precies uitziet, welke krachten daar inwerken op het resultaat en hoe het proces leidt tot het product (niet andersom dus). De studenten doen dat op twee verschillende manieren: een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek. Van nu tot augustus gaan ze ermee aan de slag. Ze verzamelen literatuur (er is veel over de relatie tussen bronnen en journalisten verschenen, dus dat moet lukken), ontwikkelen methoden, doen veldwerk en verslag van hun bevindingen. En ik mag, aan de zijlijn, toezien en commentaar leveren.

Ik kan me geen leukere baan voorstellen. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.