Heb ik recht op disgenot (sic)?

‘Teleurstellend dat wrakingsverzoek is afgewezen’, twitterde Geert Wilders 18 april vanaf zijn BlackBerry.’Hoge heren houden elkaar de hand weer eens boven het hoofd. Het circus gaat nu weer verder.’ Vijf dagen eerder, op 13 april, verzuchtte de PVV-voorman al weinig zin te hebben in een dagje Amsterdam: ‘(…) Zal blij zijn als dit waanzinnige circus voorbij is. Vandaag getuigenverhoor deelnemers “etentje”.’

Een circus is het proces zo langzamerhand en gezien de vele varianten van die ene avond mogen we het ‘etentje’ inderdaad tussen aanhalingstekens zetten. Wat daar precies gebeurd is, blijft onduidelijk. De lezing van Arabist Jansen verschilt op vele punten met die van Hendriks (gastheer) en rechter Schalken (disgenoot). Maanden geleden hield Jansen bij hoog en bij laag vol zich niet te laten beïnvloeden, tijdens het proces vertelde hij dat Schalken dat wel heeft geprobeerd. Hendriks geloofde zijn oren niet en zei bij een geheel ander etentje te zijn geweest (theoretische natuurkundigen kunnen die mogelijkheid trouwens overtuigend voor u uitrekenen).

Mij fascineert niet de juridische haarkloverij over de de betekenis van die dis, als wel de dis zelf. Hoe krijg je rechter Tom Schalken aan (ieder willekeurige) tafel? En waarom neemt-ie dan stukken mee van een zeer media-gevoelig proces tegen een Kamerlid? Wat had Hendriks precies met het dinertje willen bereiken – behalve de kans dat iemand na de derde fles (ontegenzeggelijk) goede wijn zijn neus voorbij praat?

Ik heb ook wel eens etentjes. Met oud-studiegenoten. Sommigen werken in het openbaar bestuur, anderen bij politieke partijen, een ik in de bedrijfsjournalistiek, een laatste bij een krant in het oosten van Nederland. We, ik en de andere journalist, horen tijdens die etentjes veel leuke dingen. We, de journalist en ik dus, hebben afgesproken om er niets mee te doen. Na elke avond, dat zijn er zes, zeven per jaar, jeuken mijn vingers. Ik zet het daarom maar op een zuipen – om te vergeten wat er precies is gezegd. Om er voor te zorgen dat de informatie in het private domein blijft.

En precies die vraag blijft in mijn hoofd rondzoemen: bestaat in het recht een privaat domein? Kan Schalken zich beroepen op iets als een ‘private dis’ waar hij, amateuristisch, dat dan weer wel, weliswaar met processtukken zit te zwaaien, maar toch als persoon aanwezig is en niet als rechter? Kan je als getuige zeggen: ‘Jongens, kom op. Ik had zeventien Chablis in mijn donder, ik heb wat zitten oreren over een beslissing die ik tijdens werktijd heb genomen en heb dat eens zitten klankborden met andere intelligente mensen.’ Heeft de rechter dan recht op disgenot (sic) – het genot van een dis te genieten, zonder te vrezen door Wilders c.s. als getuige opgeroepen te worden?

Ben dan ook heel benieuwd aan welke dissen Moszkowicz is aangeschoven. We weten dat hij ooit danste met Desi. Dat mochten we niet zien. Maar wanneer haalt hij processtukken uit zijn dokterstas om met zeventien Chablis in zijn donder te oreren over zijn werk? Ik doe het dagelijks – minus de papieren en de Chablis uiteraard. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.