Geheime, zwarte gaten

Amerikanen martelen, Nederlanders niet. Tenminste: niet zolang we er geen (journalistiek) onderzoek naar doen. Maar helaas: geheime diensten zijn in Nederlandse media weinig sexy. En zo modderen ze voort.

Het kostte Dianne Feinstein (81 jaar – u leest het goed) ruim zes jaar om een rapport over Amerikaanse martelpraktijken boven tafel te krijgen. Tot dat moment, nu een maand geleden, waren er goed gedocumenteerde vermoedens in Amerikaanse media. Het was wachten op een officiële bevestiging van de CIA zelf. En die ligt er nu – binnen één generatie. Rijst de vraag wat dit rapport zegt over de Nederlandse pers in relatie tot de Nederlandse geheime dienst: AIVD. Wie zou in het Nederlandse parlement zo’n rapport boven tafel kunnen krijgen? Over, zeg, de Molukse treinkapingen, acties tegen de Nederlandse kraakbeweging, optreden van Nederlandse militairen in Libanon, Joegoslavië of Afghanistan …

Waarschijnlijk niemand.

Parlementair toezicht op de AIVD valt onder de Commissie Stiekem waarin fractieleiders vooral zaken geheim houden, want zo is het nu eenmaal institutioneel verankerd. Dus zijn we aangewezen op de vierde macht – de pers. Maar wie houdt zich actief met de geheime dienst in Nederland bezig? Je moet aan diepe zelfhaat lijden om in het onderwerp te duiken. Zelden blijven zoveel deuren gesloten.

Eén deur staat op een kiertje – al is het niet groter dan een flink sleutelgat; de Commissie van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Kortweg de CTIV). Vlak voor de Kerst stuurde de Commissie een brief aan premier Rutte. Daarin kondigde zij aan om met behulp van een aantal experts haar toezichthoudende rol verder aan te kleden. Daarin zeven universitair experts (waaronder maar liefst drie uit Leiden): Nico van Eijk (hoogleraar informatierecht, UvA); Bob de Graaff (hoogleraar intelligence & security studies, UU, en hoogleraar inlichtingen en veiligheid, NLDA);  Constant Hijzen (docent nationale veiligheid, UL);  Mireille Hildebrandt (hoogleraar ICT en rechtsstaat, RU); Bart Jacobs (hoogleraar software security & correctness, RU); Rick Lawson (hoogleraar Europees recht en decaan rechtenfaculteit, UL) en Erwin Muller (hoogleraar veiligheid & recht en vice-voorzitter Onderzoeksraad voor Veiligheid, UL).

De Commissie benadert de experts om haar te helpen bij onderzoek naar Neerlands geheime diensten. Zo, schrijft de Harm Brouwer, voorzitter van de Commissie, organiseert ze actief ‘tegenspraak’. Doel: betere onderzoeken. “Deze werkwijze brengt met zich mee dat de betreffende deskundigen kennis kunnen nemen van staatsgeheime informatie. Hoewel aan hen geen concept geheime bijlagen worden  voorgelegd, zij zelf niet worden betrokken bij dossieronderzoek en het horen van personen, kunnen zij wel stukken te zien krijgen die (nog) niet door de betrokken minister zijn gederubriceerd.”

Hoe noodzakelijk onderzoek naar de AIVD is, bleek eind vorig jaar. Toen bleek dat het Amsterdamse advocatenkantoor Prakken d’Oliveira in Amsterdam al tien jaar door de geheime dienst te worden afgeluisterd. De CITVD behandelde de klacht van de ‘mensenrechtenadvocaten’ (voorheen: Böhler Adocaten) en oordeelde ‘deels gegrond’. Brouwer, voormalig topman van het Openbaar Ministerie, pleitte in november 2014 voor méér geld, meer mensen en meer expertise. Die expertise heeft hij in een brief van 23 december gevraagd aan Rutte. Het is tijd om  journalistieke kennis en expertise te bundelen en zo Nederlandse geheime diensten te blijven monitoren. En dat betekent meer dan een dossiertje bij de NPO; waarvoor overigens hulde. <<

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.