Impact van sociale media – de vraag is waarop precies

Als sociale media een impact hebben, rijst de vraag waarop dan precies. Sean Aday, Henry Farrell, Marc Lynch, John Sides, John Kelly en Ethan Zuckerman (United States Institutue of Peace, Blogs and Bullets. New Media in Contentious Politics, 2010) hebben een onderscheid gemaakt in vijf analyseniveaus waarop die impact kan gelden: 1) Op het persoonlijk niveau van de sociale media-gebruiker; 2) op de relaties tussen groepen; 3) op de  collectieve actie; 4) op het beleid van regimes; en 5) op de externe aandacht voor de revolte.

Dit onderscheid lijkt nogal genuanceerd en hopeloos academisch, maar biedt mijn inziens een degelijk analysekader voor journalisten, politici en beleidsmakers. Het geeft houvast om de kolkende actualiteit die uit onze laptops golft een plek te geven. Het biedt aanknopingspunten, een checklist zo u wilt, om vragen die revoltes oproepen, te beantwoorden – vragen over de impact van sociale revoltes, social media en individuele of groepen burgers.

Persoonlijk niveau van individuele burgers: In de voortdurende strijd tussen bloggers, twitteraars, phojo’s enerzijds en het regime anderzijds, zou het mij niet verbazen als alle direct betrokkenen er iets van leren. Al zijn het maar de Iraniërs in 2009 die zichzelf toegang verschaften tot internationale media. Al zijn het maar de voorstanders van het regime die probeerden dissidente (seculiere) blogs een voet dwars te zetten.

Nieuwe tools zien het licht – tools waar dissidenten gebruik van kunnen maken. In Egypte bood Google binnen enkele dagen de mogelijkheid om tweets in te bellen. Wie zijn bericht duidelijk insprak, zag het seconden later als tekstbericht op Twitter terug. De lessen van individuele burgers – de mogelijkheden om vanachter een IJzeren Gordijn toch informatie te delen – gaan snel in de gemeenschap. Op de lessen van het regime kom ik later terug.

Relaties tussen groepen burgers: Sean Aday et.al. onderzochten de blogosphere van Iran ten tijde van de opstand van 2009. Zij vonden verschillende ‘groepen’: conservatieven, reformanten, liefhebbers van literatuur en poëzie. Uit hun onderzoek blijkt dat deze relaties zeer gefragmenteerd zijn.

‘For example, many religious bloggers appear relatively uninterested in politics, contrary to what many Western observers might expect, and their political interest are not easily predictable when they do manifest themselves.’

Het volgen vand e blogosphere alleen is niet genoeg. Wat als de relaties tussen groepen gaan ‘schuiven’? Dan rijst de vraag hoe de richting van het verband is: zijn er verschuivingen tussen sociale groepen met als gevolg spanningen of zijn er spanningen en verschuiven daardoor de onderlinge relaties in de blogosphere? Met andere woorden: wat is hier de (on)afhankelijke variabele? Alleen als we dat weten, kunnen we de impact van sociale media op politieke conflicten (en dus niet andersom!) bepalen.

Collectieve actie: Tot nu toe hebben we nog geen stap op straat gezet – we zitten nog altijd achter onze laptop, met onze neus tegen het scherm aan gedrukt. De centrale vraag – ook van vanavond – is wat dan de relatie is tussen het individu dat twittert, blogt, filmt en deelt, dat misschien de grenzen van zijn groep overschrijdt om contact te zoeken met anderen (virtueel dan wel in werkelijkheid) enerzijds en de collectieve actie die hij of zij op de been weet te krijgen anderzijds.

Gaan mensen in een autoritair regime de straat op om te demonstreren als ze daartoe een oproep hebben ontvangen op een sociaal medium platform? Rennen ze het centrale plein op omdat ze op een video hebben gezien dat de oproerpolitie ad random vuurt op betogers die hen voorgingen? Of gaan mensen pas naar buiten als er geen toegang is tot deze informatiebronnen – omdat ze verstoken zijn van nieuws en het daarom gaan halen – bij de dorpspomp? Wat is de relatie tussen social media en collectieve actie? Het is een vraag waar ik me al een tijdje over buig – het antwoord heb ik niet.

We zijn er nog even mee bezig, denk ik. Mijn gevoel zegt dat we eerder een antwoord vinden in de politieke wetenschappen dan ons en masse op tools en widgets te storten – een strategie die de Amerikaanse overheid wel kiest, trouwens. Zij kiest voor de ontwikkeling van nieuwe apps en stelden twee online diplomaten aan: Jared Cohenn en Alec Ross.

Het regime: Criticus van de gedachte dat internet emancipeert en democratiseert – Evgeny Morzov – heeft in zijn vuistdikke pamflet The Net Delusion gewaarschuwd voor een fatale denkfout: dat Big Brother te dom is om te schijten en zich links en rechts laat inhalen door hackende, toolende, slimme tieners die niets liever willen dan hun leven in de waagschaal te gooien om toegang te forceren tot John Stuart Mill. Eigenlijk, zegt Morozov, zijn het twee fatale denkfouten. Big Brother is niet dom en, twee, die revolutionaire kaste van twintigers willen geen Mill, maar porno. Geen Founding Fathers, maar FarmVille. Het is een stroman – maar tegelijkertijd een waarschuwing. Het belang van internet is zo groot en wordt ook zo groot geacht, dat regimes niet anders kunnen dan reageren.

(Externe) aandacht: Mijn inziens wordt de impact van social media overschat op de collectieve actie en relaties tussen groepen en onderschat op de externe aandacht. Dat klinkt misschien tegenstrijdig – maar de aandacht in de westerse blogosphere voor gebeurtenissen in het Midden Oosten en Noord Afrika is gigantisch. De impact van sociale media op de aandacht voor revoltes en rampen is ongekend en kan niet worden overdreven. Tunesië, Egypte, Japan – ze domineerden de lijstjes met trending topics.

Tussen 31 januari en 4 februari berekende Journalism.org dat 57 procent van de links naar nieuws op blogs over Egypte gingen. En ook hierbij – u bent het al een beetje gewend denk ik – is een kanttekening te plaatsen. Uit onderzoek blijkt de informatiestroom vooral van traditionele, klassieke media richting nieuwe media te lopen. Niet andersom. De impact van social media is vooral een impact als doorgeefluik. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.