Synopsis van een mislukte formatie (2): procesthese

Wie gelooft in de rationaliteit van Rutte, Verhagen en Wilders, kan met de wijsheid van achteraf het mislukken van de eerste formatie-poging van een rechts kabinet met gedoogsteun eenvoudig verklaren. Maar eenvoudige verklaringen zijn zelden goed of zelfs maar volledig. Want zijn de De Drie op rechts wel zo rationeel?

For some purposes, (…) behavior can be usefully summarized as action chosen by a unitary, rational decisionmaker: centrally controlled, completely informed, and value maximizing. But this simplification must not be allowed to conceal the fact that a government consists of a conglomerate of semi-feudal, loosely allied organizations, each with a substantial life of its own (Allison, 1971, p. 67).

In The Essence of Decision beschrijft Graham Allison the Cubaanse Raketcrisis vanuit drie beslistheorieën. Vorige week stond het rationele actorenmodel centraal. Deze week de procesthese. Want als het mislukken van een rechts kabinet met gedoogsteun iets aantoont voor de houdbaarheid van het rationele actorenmodel, dan is het wel de onhoudbaarheid van de aanname dat er maar vier partijen aan de onderhandelingstafel zitten: CDA, PVV, VVD en en de informateur. Hoe spijtig: er is in de politiek zelden sprake van één rationele, centraal gecontroleerde en volledig geïnformeerde actor.

De plotselinge gewetensnood van Ab Klink, blijkens diens brief aan de fractie van het CDA, bewees andermaal dat het niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk dringen was geblazen. Tot ieders verrassing. Er was geen sprake van één CDA, maar van een verdeelde partij van activistische provinciehoofden die rechtsaf wilden, voorzichtige mastodonten die dat niet aandurfden, een twijfelende Minister van Staat schuine streep informateur (Lubbers kwam terug op zijn eigen gedoogvariant) en nog twee dissidenten in de CDA-fractie. De parlementaire pers deed kond van het hoogtepunt van de crisis en telde keurig het aantal kroketten waarvoor de eikenhouten deuren van de fractiekamer wel opengingen.

Governmental behavior can therefore be understood (…) less as deliberate choices and more as outputs of large organizations functioning according to standard patterns of behavior.

En ondanks de chaotische indruk die de eerste, mislukte formatie achterlaat, verliepen de onderhandelingen over die eerste formatie vrij voorspelbaar. Als we het model van Allison tenminste vertalen naar de partijpolitieke dimensies van het Binnenhof tenminste. Laten we beginnen met het meest lastige van die mislukking: Lubbers die ten overstaan van de Kamer zijn eigen keutel weer intrekt en vraagtekens zet achter zijn eigen ‘bijzondere meerderheidsvariant’. Het past in het beeld dat we van de voormalig premier hebben. In tijden van crisis maakt hij onder druk van binnen en buiten vreemde bokkensprongen.

Hij zette Eelco Brinkman in de kou door aan te kondigen nu eens op nummer drie te stemmen en opende zo de weg naar Paars I. De bokkensprongen van Lubbers zijn zijn standard operating procedure. Door krampachtig paradoxen te verenigen hoopt hij de boel bij elkaar te houden. Belangrijker dan de opdracht van de majesteit (meerderheidskabinet) was voor hem zijn wens een kabinet te formeren dat een afspiegeling is van de kiezers keuze: een rechts kabinet. Het mislukken van de formatie is niet bij Lubbers begonnen, maar zijn voorstel om een gedoogkabinet op te tuigen, legde wel een wankele basis voor verdere, vruchtbare onderhandelingen. Spijtoptanten, linkse elementen, tegenstanders van Wilders in het CDA kregen immers door de minimale meerderheid een veel grotere stem dan ze in andere samenstellingen zouden hebben.

En daar maakte Klink gebruik van: hij telde de hoofden en kwam tot de analyse dat zijn bezwaren daadwerkelijk invloed hadden op het verloop van de onderhandelingen. Klink werd plots de leider van twee dissidenten en een hoop eminenten binnen het CDA. Dat hem, dat zelf de kop heeft gekost, verklaart Allison vrij eenvoudig:

(…) leaders can substantially disturb, but not substantially control, the behavior of these organizations.

Die organisatie was nog steeds het CDA – of beter: de CDA-fractie. Hij verstoorde wel, maar had te weinig controle om de macht van Verhagen over te nemen. Hij moest vertrekken. Maar die tijdelijke onderbreking van de onderhandelingen is nooit een opening voor links geweest.

Tot aan Klinks opstand, was de coördinatie in handen van de koningin. Het (on)geschreven staatsrecht is daarbij leidraad (standard operating procedure) die gevolgd moet worden. De onderhandelingen waren al gaande terwijl duidelijk werd dat het CDA langzaam splijt. Het proces moest dus worden gestopt, Klink uit de weg om vervolgens de draad weer op te pakken. Het is lastig (in)formeren als er plots geen drie maar vier partijen aan tafel zitten, waarvan één (Klink) tegen de hele opzet van de onderhandelingen en het resultaat is.

En precies dat is ook gebeurd. Er was, gegeven de geldende mos, geen andere (misschien elegantere) oplossing dan stoppen, opnieuw consulteren, een neiuwe informateur aanwijzen en verder gaan. De zeer korte houdbaarheid van Ruttes advies aan de koningin, is hiervan een bewijs. De gang naar Noordeinde is voorgeschreven en moeten de partijen dus volgen.De uitkomst – verder gaan nu Klink is opgestapt – hing al in de lucht. De verplichting werd ingehaald door de politieke actualiteit. Als één iemand dat begrijpt, is dat mijn inziens de majesteit.

Die onderbreking van de onderhandelingen was er dus alleen om het CDA de kans te geven de dissidenten in het gareel te krijgen – om ze te laten schikken naar de fractiediscipline of hun conclusie te laten trekken. De idee van links dat de optie voor een progressieve variant nu weer open lag, was dus heel erg naïef. Lubbers’ rechtse kabinet met gedoogsteun is du moment dat Klink aftrad, geen seconde meer in gevaar geweest. Dat Klink zijn zetel niet heeft meegenomen om deze variant alsnog onmogelijk te maken, zegt iets over de discipline die binnen de fractie heerst. Een discipline die Lubbers kende en op basis waarvan hij waarschijnlijk deze minderheidsvariant ook levensvatbaarheid toedichtte. Want frustreren mag bij het CDA, opblazen doen ze niet. Dat is standard operating procedure. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.