Journalistiek protocol: omgaan met ooggetuigen

Het zal u niet ontgaan zijn: bij brekend nieuws steken mensen sneller hun mobieltje in de lucht dan dat er professionele journalisten aanwezig zijn. De verleiding is groot om direct met deze ooggetuigen in contact te komen. Er zijn immers geen bronnen dichterbij het vuur dan de slachtoffers. En precies daar gat het vaak mis: het zijn in de eerste plaats slachtoffers en geen vervanging voor een afwezige camerateam of roedel journalisten. Die komen meestal pas na de klap.

Het zal u niet ontgaan zijn: bij brekend nieuws steken mensen sneller hun mobieltje in de lucht dan dat er professionele journalisten aanwezig zijn. De verleiding is groot om direct met deze ooggetuigen in contact te komen. Er zijn immers geen bronnen dichterbij het vuur dan de slachtoffers. En precies daar gat het vaak mis: het zijn in de eerste plaats slachtoffers en geen vervanging voor een afwezige camerateam of roedel journalisten. Die komen meestal pas na de klap.

screenshot-firstdraftnews-com-2016-09-29-14-08-11

Inzetten van ooggetuigen bij brekend nieuws lijkt aantrekkelijk, maar heeft natuurlijk een heel duidelijke, ethische dimensie die vraagt om de nodige terughoudendheid en, in alle gevallen, zorgvuldigheid. Clair Wardle (First Draft) heeft een handboek online gezet (gratis) met richtlijnen hoe met ooggetuigen om te gaan. De meeste tips zijn voor ieder met een greintje gezond verstand nog wel zelf te bedenken: “Building trust is incredibly important when talking to sources via the social web.” Een ooggetuige kost dus meer tijd dan een regulier vraaggesprek via de telefoon.

Een belangrijk misverstand betreft het auteursrecht van tekst en beeld – dat berust (echt waar) bij de makers ervan. Zomaar beelden overnemen ‘omdat het toch op sociale media staat’ is dus niet toegestaan. Overigens is het onverstandig en niet netjes. Onverstandig omdat je beelden beter kan toeschrijven aan de bron en niet netjes omdat iedereen graag eer naar zijn werk krijgt. En die eer is vaak een bedrag.

En als je ondanks alle zorgvuldigheid een ooggetuige te pakken hebt gekregen, start dan ook met hem of haar het verificatieproces. Brekend nieuws leidt immers vaak tot informatieschaarste waardoor individuen nog wel eens de neiging hebben om materiaal te recyclen. Er verschijnen beelden van eerdere aanslagen bij een actuele gebeurtenis, op basis van beelden slaat de fantasie van anderen op hol waardoor misinformatie wordt verspreid. Dus, stellen de auteurs van het handboek voor, stel alvast een aantal vragen: Zijn deze beelden van jou? Waar was je precies? Wat zag je precies? Met welke camera heb je deze beelden gemaakt en heb je meer materiaal?

En, ten slotte, mensen kunnen spijt krijgen van hun ‘verslag’. Iedereen heeft het recht om zijn materiaal terug te trekken. Zo filmde Jordi Mir de executie van een politieagent door twee terroristen in Parijs, bij de aanslagen op Charlie Hebdo. Dat had hij, achteraf, niet willen doen en de film had hij ook liever niet gedeeld op Facebook. First Draft haalt deze casus aan om aan te geven dat ooggetuigen vaak geen specialisten zijn. Hun bedenking moeten we respecteren of om heel zwaarwegende redenen negeren. Maar dat kan niet zonder een redactiebrede discussie: welk belang wordt er met het beeld gediend? Een vraag overigens die aan elke weergave van materiaal van sociale media voorafgaat. <<

 

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.