WikiLeaks zijn geen journalisten

De vraag rijst of er voor WikiLeaks een domein van informatie is waar ook zij niet binnentreden: informatie van en over individuen die hun direct in gevaar zouden kunnen brengen. Wat is belangrijker: de namen van een illegaal doodseskader dat over de wereld in opdracht van allerhande overheden van terrorisme verdachte individuen executeert (hypothese), of de namen van hun slachtoffers, maar niet die van de individuele leden van het eskader?

Tussen journalistiek, vrijheid van meningsuiting en puur activisme is niet altijd een duidelijke grens te trekken en WikiLeaks maakt dat niet veel eenvoudiger. De organisatie oogstte nog lof voor de beelden van het Amerikaanse ministerie van Defensie in Irak, waaruit bleek dat piloten ook burgers doodschoten. Een fraai staaltje onderzoeksjournalistiek.  Aan die publicatie ging dan ook een langdurig redactioneel proces vooraf.

Dat bleek al lastiger met stukken over de oorlog in Afghanistan. The Guardian maakte er geen geheim van nauwelijks met Julian Assange te kunnen samenwerken. Hij wenste snelheid, The Guardian vooral zorgvuldigheid. En nu ligt WikiLeaks weer onder vuur – stukken van Saudische ministeries zijn zonder redactie geopenbaard. Daartussen medische gegevens en namen van personen die zijn opgepakt vanwege (vermeende) homoseksualiteit.

Levensgevaarlijk in een land waar homoseksuelen ernstig worden onderdrukt en zelfs met de dood worden gestraft. WikiLeaks zelf schrijft in begeleidende tweets dat het verwijt ‘gerecycled nieuws’ is, de ‘koppen niet waard’. Dat klinkt niet als een ontkenning en is dus zeer verontrustend. WikiLeaks, die radicale transparantie nastreeft, snijdt zich nu ernstig in de vingers. De organisatie heeft het beste met ons voor en gunt ons een blik achter de coulissen van de macht. Dat is op zichzelf belangrijke input voor de kwaliteit van onze democratie. Door deze ongeredigeerde (of in hun ogen: ongecensureerde) datadump komen mensen in gevaar en daarmee de bereidheid WikiLeaks het voordeel van de gerezen twijfel te blijven geven.

De vraag rijst of er voor WikiLeaks een domein van informatie is waar ook zij niet binnentreden: informatie van  en over individuen die hun direct in gevaar zouden kunnen brengen. Wat is belangrijker: de namen van een illegaal doodseskader dat over de wereld in opdracht van allerhande overheden van terrorisme verdachte individuen executeert (hypothese), of de namen van hun slachtoffers, maar niet die van de individuele leden van het eskader? Gaat het ons hier om de wie (de huurlingen) of om dat wat (het uitbesteden van executies zonder zorgvuldige rechtsgang)? Ik ben een ouderwetse journalist en kies voor dat laatste – mogelijk zit daar ook de bron van het verhaal. En ook die verdient bescherming.

De radicale publicatiedrift van WikiLeaks zal leiden tot een negatieve, publieke opinie, maatregelen om lekken te voorkomen en daardoor een gelegitimeerde bescherming van gegevens; precies het tegenovergestelde effect van wat Assange wil bereiken. Dat heeft hij dan wel aan zichzelf te danken. Je wordt geen autoriteit op het gebied van ontsluiten als je verkregen informatie blind doorgeeft. Je wordt een autoriteit als je selecteert, een verhaal vertelt en anderen ervan overtuigd met welk doel en vanuit welke noodzaak gegevens worden geopenbaard.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.